De sprinkhanen behoren tot de superfamilie van de Acridoidae en de meeste tot de familie van de Acrididae. De belangrijkste sprinkhanen zijn:
Sprinkhanen leven vooral in de warme streken, zoals Afrika en Azie. Ze leven in zwermen die zeer grote proporties aan kunnen nemen. Er zitten ongeveer 100 tot 200 miljoen sprinkhanen per vierkante mijl. En elke sprinkhaan eet zijn eigen gewicht aan voedsel per dag. Als je dan weet dat een half miljoen sprinjhanen ongeveer 1 ton weegt, dan kun je bedenken wat voor een schade deze dieren an kunnen richten. Ter illustratie; 1 ton sprinkhanen eet net zoveel als 10 olifanten of 250 mensen!
Het voedsel van de sprinkhaan bestaat onder andere uit bladeren, bloemen, fruit, zaden en bast. Schade wordt onder andere ook veroorzaakt doordat bijvoorbeeld bomen bezwijken onder het gewicht van de sprinkhanen. Voor zover bekent, dragen sprinkhanen geen ziekten met zich mee. Het is echter wel mogelijk om allergisch te worden voor de uitwerpselen van deze sprinkhanen. Hoewel ik denk dat dit in de buitenlucht niet zo snel zal gebeuren. Op ons lab echter zijn enkele mensen zwaar allergies en moeten ze met een gasmasker de kweekkamer betreden.
De anatomie van de sprinkhaan:
Het achterlijf (abdomen) van de sprinkhaan is bijna geheel gevuld met het vetlichaam. Een lobbig vormig, meestal geelachtig, weefsel waarin het dier zijn voedingsstoffen opslaat. Verder bevat het abdomen nog de geslachtsweefsel, de darm en een tracheenstelsel.
Nou, waarom nu de sprinkhaan als proefdier. Het zijn de volgende punten:
Terug naar de inhoudsopgave | De signaaltransductie van het vetmetabolisme